Weerspreuken en Feiten
-
Het leven is in de herfst pas goed, als je elkaar de das om doet
-
Wat nu valt, valt straks niet meer
-
Verloopt alles eens een keer gladjes met ijzel, is het weer niet goed
-
Geeft januari een sneeuwtapijt, dan zijn we de winter zeker nog niet kwijt
-
Het gaat gebeuren, zei het rayonhoofd en hij stapte dronken in het kanaal
-
Als het begint te vriezen, ontdooien de friezen
-
Mik op de maan, zelfs als je mist zul je tussen de sterren belanden
-
Als de eenden kwaken in het riet, dan regent het………………of niet
-
Valt de regen door het huis, dan is er vaak iets met het dak niet pluis
-
Het kan vriezen, het kan dooien, maar als je op je bek gaat, zijn ze te laat met strooien
-
Levensvraag: Hoe komt de man die de sneeuwschuiver bestuurt bij zijn werk?
-
De ochtendstond heeft goud in de mond
-
Regent het in mei, dan is de winter weer voorbij
-
Elke getrouwde man weet waarom ze aan orkanen vrouwennamen geven
-
Als je een regenboog wil moet je eerst de regen accepteren
-
Het KNMI dat code oranje geeft omdat de vorst langskomt, is nooit grappig
-
Wie wind oogst, moet geen mest gebruiken, want dan krijg je stankoverlast.
-
Bekijk het van de zonnige kant, de meeste regen valt naast je.
-
Wat nu valt, valt straks niet.
-
Valt de regen door het huis, dan is er vaak iets met het dak niet pluis.
-
Als de weerman loog, bedenk dan: ’tussen de druppels door was het droog’.
-
Als je uien in je eten vindt, is er kans op harde wind.
-
Deze spreuk is nog niet verjaard: het vriest even vaak in mei als dat het vriest in maart.
-
Als het regent in mei, is april voorbij.
-
Wat elke zomer is gebleken, is dat het warm was, met de winter vergeleken
-
Bij onweer mag je pas klagen, als het geen drie uur duurt, maar drie dagen.
-
Hoe het weerbericht ook luidt, een importeur voert nooit wat uit.
-
Zon, zee en strand: een dagje lol, een kont vol zand
-
De tijd waarin de zon lijkt te wachten noemt men ook wel: de nachten
-
Het leven is in de herfst pas goed, als je elkaar de das omdoet.
-
Zelfs een kapotte barometer, weet het ooit een keertje beter.
- Als het regent in mei is april voorbij
- Als de haan niet kraait voor ’t avondrood, gaat het regenen – of de haan is dood
- Zie je in april meeuwen dan gaat het in augustus sneeuwen
- Al is de maandag nog zo kwaad, toch komt de zon eens vroeg of laat
- Een marskramer in de regen belooft geen zegen
- Als de kikvors snatert in het hoge riet, gaat het regenen – of niet
- Als het vriest in november komt kerst in december
Feiten
Luchtdruk
De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. Veel barometers zijn uitgerust met een luchtledig doosje dat afhankelijk van de drukverandering meer of minder ingedrukt wordt. Die beweging wordt overgebracht op een wijzerplaat, waarop de luchtdruk kan worden afgelezen. De luchtdruk wordt vaak ook elektronisch gemeten met behulp van sensoren. De luchtdruk is de kracht die het gewicht van de lucht in de atmosfeer op een oppervlak uitoefent. In de weerberichten wordt de luchtdruk opgegeven in hectopascal (hPa). Snelle veranderingen van druk gaan meestal vergezeld van veel wind of zijn voorbode van storm.
Weerglas – donderglas
Met een weerglas of donderglas kun jij ook weten wat voor een weer er op komst is. Het weerglas, ook wel een donderglas genoemd, werd rond 1750 een officiële weervoorspeller. De geschiedenis van dit apparaat is veel langer. Adimiraal Fitzroy was een bekende zeeman die reizen heeft gemaakt naar de Galapagos eilanden met Charles Darwin. Deze admiraal heeft in zijn leven vooral het weer bestudeerd en het “weather book” geschreven. Toen in 1859 een aantal Britse eilanden getroffen werden door een zware storm, werd er aan de vissersgemeenten op alle Britse eilanden barometers gegeven. Ze zijn bekend als Fitzroy’s Storm Barometers en veel van deze instrumenten zijn nu nog in gebruik. Naast een barometer bestond zo’n weerstation uit een thermometer en een kamfer weerglas.
Maar hoe werkt nu zo’n weerglas? Het donderglas is een waterweerglas bestaande uit een peervormig reservoir met aan de voorzijde een naar boven wijzende tuit. (zie plaatje) Het donderglas is gevuld met gekleurd water waar boven een constante hoeveelheid lucht zit. Op de tuit na, is het reservoir gesloten. Een hoge luchtdruk drukt het water in de tuit omlaag en perst de lucht boven de vloeistof samen. Het water in de tuit gaat omhoog als de luchtdruk daalt. Bij een sterke daling, bijvoorbeeld bij storm of onweer, stijgt het water zo ver dat het eruit druppelt. Dan heb je het “gedonder in de glazen”. Ook tegenwoordig zijn deze ‘glas barometers’ nog te koop.