Aalscholver
Aalscholver
D: Kormoran
FI: Merimetso
Wetenschappelijke naam: Phalacrocorax carbo (Linnaeus, 1758)
Vogelgroep: Aalscholvers
De aalscholver is een oude, vertrouwde bewoner van het waterrijke Nederland. Het is een forse, donkere watervogel met gehaakte snavel. Een goed instrument voor de visvangst. Hun vlucht is stevig en resoluut, ze vliegen in strakke lijn naar hun bestemming. Vertrouwd is ook het beeld van aalscholvers met gespreide vleugels om ze te laten drogen. Aalscholvers broeden in kolonies.
Tijdens het zwemmen ligt de vogel diep in het water, terwijl de kop schuin omhoog gehouden wordt.
De vogel heeft geen waterdicht verenkleed en wordt bij het duiken nat tot op de huid. Voordat de aalscholver na het duiken terug naar het nest vliegt, laat de vogel de vleugels eerst met gespreide vleugels op een hoge plek drogen.
Het belangrijkste broedgebied van de Nederlandse aalscholverpopulatie bevindt zich rond het IJsselmeer. Doordat de vogels in kolonies broeden en bij voorkeur paling eten, vormen de vogels volgens de beroepsvisserij een bedreiging voor de palingstand. Om deze reden is de aalscholver in het verleden vervolgd, waardoor de populatie rond het jaar 1960 was gedaald tot minder dan duizend broedparen. Door wettelijke bescherming, maar ook door toename van het voedselaanbod heeft de populatie zich inmiddels weten te herstellen tot ongeveer 25.000 broedparen.
Voedsel: Het voedsel bestaat uit levende vis, zoals voorn, baars, snoekbaars en paling. Een aalscholver eet dagelijks zeker 500 gram vis. Dit kan in de broedtijd oplopen tot 1000 gram per vogel als er de zorg is voor een nest met drie halfvolgroeide jongen. Daarom wordt de aalscholver door beroepsvissers wel beschouwd als een van de oorzaken van de achteruitgang van de palingstand, maar ieder wetenschappelijk bewijs daarvoor ontbreekt.
Zang/roep: